Skip to main content

De bioscoopfilm: van stom naar groots

By juni 27, 2018juli 13th, 2018Blog

blckbrd-de-bioscoopfilm2

Een avond naar de film, is een avond genieten. Niet alleen van het grote scherm, maar van de gehele beleving. Het totale beeld, maar ook het totale geluid van de film, komen hier optimaal tot hun recht. Muziek, maar met name geluid, en film zijn al jarenlang onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het geluid is, naast een groot scherm, wellicht de reden voor mensen om naar een bioscoop te gaan. Het zorgt immers voor een ultieme ervaring

De stomme film bestaat niet

We kennen ze allemaal nog wel; de dikke en de dunne of Charlie Chaplin. Een knap staaltje acteerwerk, want geheel zonder geluid. Nou ja, bijna dan. In deze zogenaamde stomme films werd gebruikgemaakt van een explicateur, iemand die begeleidende geluiden maakte. Zo’n explicateur was al een hele artiest op zich. Een goede explicateur kende de film precies, zodat hij op tijd de hulpmiddelen bij de hand had om geluiden te maken. Slingerde er in de film iemand een motor aan, dan draaide de explicateur met een ratel. Viel er iets, dan sloeg hij een klappende stok op tafel, de slapstick, die zijn naam aan dit genre film gaf. De filmmuziek werd begeleid door een pianist of een (klein) orkest dat in een orkestbak zat, zo laag dat het publiek hen niet zag. Van een geheel stomme film is daarom feitelijk nooit echt sprake geweest.

2x een groot probleem

In de ontwikkeling naar de eerste geluidsfilm toe, rezen twee grote problemen op, die ervoor zorgden dat film en geluidsopnamen zich een generatie lang apart van elkaar ontwikkelden. Allereerst kampten filmmakers met een synchronisatieprobleem. Het beeld en geluid werd opgenomen en afgespeeld door verschillende apparaten, die moeilijk gelijk te starten en te houden waren. Daarbij deed zich ook een audiovolume- en klankprobleem voor. Terwijl filmprojectors al snel toestonden een film aan een groot publiek te tonen, was de audiotechnologie voor de ontwikkeling van elektrische versterking nog van onvoldoende kwaliteit om een zaal te bereiken.

Aan ieder voordeel kleeft een nadeel

Toen het in 1927 eindelijk mogelijk werd om geluid en beeld synchroon af te spelen, betekende dat tevens een grote doorbraak in de massacommunicatie. Al spoedig werd op grote schaal gebruikgemaakt van filmjournaals en propagandafilms. Een voorloper hierin was nazi-Duitsland in de jaren 30. Aan de andere kant betekende de komst van geluidsfilms voor veel bekende acteurs uit stomme films het einde van hun carrière, omdat ze weliswaar wel lichamelijk konden acteren, maar hun stem ongeschikt bleek.

Het begin van een ware revolutie

De geluidsontwikkelingen in de bioscoop namen pas een vlucht toen George Lucas zijn Star Wars-epos op het grote scherm bracht. Hij was teleurgesteld in de toenmalige Mono beeld- en geluidskwaliteit, waarbij geluid slechts uit één speaker voorin de bioscoop kwam, en sloeg de handen ineen met Dolby. Samen ontwikkelden ze Dolby Stereo: geluidseffecten uitgezonden vanuit vier kanalen. Het begin van een ware revolutie!

Het totaalplaatje

Deze revolutie zette, en zet nog steeds, volop door. In 1991 werd Batman Returns uitgebracht in Dolby Digital 5.1; een belangrijke ontwikkeling voor het publiek, maar ook voor de creatieven achter de schermen. Met Toy Story 3 volgde Dolby Surround 7.1; compleet met een 3D upgrade en speakers, ook achterin de zaal. Inmiddels is er Dolby Atmos, waarmee geluiden heuse objecten worden in een choreografie. Middels opnamesoftware en stereohardware maakt Atmos het mogelijk een ongelimiteerd aantal audiotracks naar verschillende speakers in meerdere gebieden van de bioscoop te sturen om zo een realistische audioweergave en een indrukwekkend surround-geluid te bieden. Hypermoderne geluidstechnologieën, waarbij elke speaker in de zaal afzonderlijk geluiden kan weergeven, maken dit mogelijk. Dankzij deze spectaculaire geluidseffecten, komt de filmliefhebber allang niet meer alleen voor het grote scherm naar de bioscoop. Hij komt voor de totaalbeleving, in beeld, maar vooral ook in geluid.